Bijziendheid kan bij kinderen snel toenemen en op latere leeftijd zelfs leiden tot oogaandoeningen die het zicht bedreigen, zoals glaucoom (verhoogde oogdruk), staar, netvliesloslating en maculadegeneratie. Door het vroegtijdig vaststellen van bijziendheid en de juiste begeleiding kan hoge bijziendheid worden voorkomen. Bovendien helpt het voorkomen dat je kind (steeds) dikkere brillenglazen moet gaan dragen. Het ondernemen van actie op jonge leeftijd, om de toename van bijziendheid af te remmen, wordt dan ook geadviseerd.¹

Meerdere factoren hebben invloed op de ontwikkeling van het oog. Dat geldt dus ook voor de mate waarin de toename van bijziendheid kan worden afgeremd. Het hangt o.a. af van de leeftijdsfase, de vorm van het oog, de levensstijl, erfelijke aandoeningen en omgevingsfactoren.